vrijdag 29 november 2013

De Rollen van de Dode Zee

Na de tentoonstelling 'De Dode Zee Rollen' en het lezen van het wonderschone boek 'De Duivenhoudster' van Alice Hoffman is het nu tijd voor het echte werk: 'De rollen van de dode zee' .

Bijna 1000 pagina's tekst uit de periode rond het begin van onze jaartelling. Met o.a. leefregels,
hymnen tegen boze geesten, wijsheidsliederen, zegenspreuken en vervloekingen, de rol van de oorlog en astrologische teksten.
















Tot slot de enige Koperen rol met verwijzingen naar 64 locaties waar zich fabelachtige schatten zouden bevinden. In het Drents museum te Assen heb ik de koperen rol onder ogen gehad, nu kan ik dan eindelijk de inhoud lezen.

De unieke tentoonstelling in het Drents Museum te Assen is nog te zien t/m 5 januari 2014.

zondag 24 november 2013

Boek 'Cunera en de macht van de sleutel'

De deadline is in zicht, de laatste puntjes komen op de i en alle extra's worden als bijlage aan het boek toegevoegd. Zo ook de tekst uit 1501, nu op mijn blog, straks ook in mijn boek te lezen.

De legende van Cunera in handschrift Leiden, UB, Ltk 271.

Si ghinc totten coninc blidelic ende hem toegheneycht. Sinte Cunere seide: ‘O edele heer coninc, wat soe begeerdi nu van my ghedaen te hebben? Ic byn bereyt.’ Die coninc stont mit enen ghetoghen bloten swaert. Dese maget Cunere viel op haer knyen voer hem. Die coninc sprac tot Cunere: ‘Wie maect ju soe bout ende soe koen dat ghi mijn sulver ende mijn gout mit hopen aldus wech en draghet by u selven, als my gheseit is.
Die camerier die sprac: ‘Vrou ic weet goeden raet, verstaet mi wel. Alst alre best te punte coemt, soe sellen wi Cunera worgen mit enen dwael ende wanneer dat wi hebben enen bequamen tijt ende die coninc uut is gaen yaghen mit sijn ghesyn, soe selt ghi die ander die hier sijn ghebleven hieten dat si uut gaen ende als wi dat hof alleen hebben, dan sellen wise onder ons beiden worghen, soe selt ghi vrede hebben. In die stal daer sellen wise bedelven.’

Sy stieten die camerdoer op daer dese maghet Cunera op was. Sy riepen mit luder stemmen: ‘Waer is dese gokelaerster ende dese tovelaerster die die broden can verwandelen in spaenren?’ Sinte Cunere die hoerde dit gheluut, si stont op van haer ghebet ende si ghinc tot hem ende si neychde hem beyden toe. Doe sprac die coningynne: ‘Wie heeft ju tovery gheleert? Heeftet ju God u geleert? Ghi kersten, hoe sijt ghi aldus stout van ju selven? Ghi ghevet mijn goet bi nacht ende bi daghe, recht oft u waer. Weet ghi wel dat ghi hier ghecomen sijt uut vreemden lande? Wilt ghi ons hier bekeren? Alsoe hoghe sijt ghi in des conincs syn dat hijt alte mael prijst wat ghi doet, daer om sijt di dus in cont. Oec hebt ghi die slotel van myn rijc!’, ende si benamse Sinte Cunere mit groter onweerden.
Doe die coninc Sinte Cunere aldus sach, soe wredelic ghedoot om haerre duechden wille, die hi soe seer lief had, dat si soe yammerlicken ende soe onghenadeliken verslagen was ende vermoert, sijn lieve vriendynne, ende dat dat scone, suverlike aensichte nu alder swart was van die eerde die op haer lach, soe vant hi ende dochte wel dat die coningynne werc meester hadde gheweest des maghets doot, of dat si een sake haerre doot was.
‘Beide sijt ghi den doot wel waert, want ghi beide ghemoert hebt.’
 
Dit handschrift is vervaardigd in het regularissenklooster St. Gertrudis ofwel Maechdendael te Amsterdam en geschreven door een vrouwelijke kopiist. Het maakt onderdeel uit van een boek met o.a. heiligenlevens. ‘Dit boec is ghescreven ende gheeyndet int jaer ons heren dusent vijf hondert . De  legende van Cunera is vermoedelijk gelijktijdig en door dezelfde hand geschreven.

zondag 10 november 2013

Een Bijzondere Ontmoeting


Het is ongeveer 4500 jaar geleden dat Cees begraven werd. Hij leefde aan het eind van de steentijd als boer in het drassige West Friesland. Tijdens een opgraving in 1990 zag hij weer het levenslicht. Gisteren kon het publiek voor het eerst met de reconstructie van Cees de Steentijdman kennis maken. De verwachtingen waren hoog gespannen, velen hadden hem al op het journaal of in een actualiteiten programma voorbij zien komen. Met een exclusieve rondleiding zouden ze meer over Cees en zijn tijd te weten komen.
Ik was een van de gelukkigen die twee groepen mocht rondleiden. Ik begeleidde de bezoekers naar het keldergewelf waar Cees op ons stond te wachten. De ontmoeting met Cees was zogezegd indrukwekkend. De bezoekers waren laaiend enthousiast.


Twee vrouwen hebben hard hun best gedaan om Cees toonbaar voor het publiek te maken. De een hield zich bezig met de reconstructie van het gezicht, de ander zorgde voor de historische kleding. Zo geeft Cees een goed beeld van de prehistorische mens en scheelt hij amper van hoe wij er nu uitzien. Zijn kleren zitten als gegoten en zijn rossige baard staat hem goed. Zijn ogen staren strak vooruit. Je hoeft hem alleen maar leven in te blazen om ervoor te zorgen dat hij het museum uit kan wandelen. Hij weet meer van leven in de natuur dan wij. Zijn spieren zijn veel ontwikkelder dan de onze en zijn gebit gaver dan we voor mogelijk kunnen houden. Cees was een sterke gezonde man, een noodlottig ongeval heeft een einde aan zijn goed leven gemaakt. Een dodenhuis was zijn laatste rustplaats.

Nu leert hij ons over de prehistorie. Het half uur was te snel om, de volgende groep bezoekers stond al ongeduldig te wachten. Gelukkig konden we nog kijken bij de vrouw die Cees niet alleen liefdevol aankleedde maar zijn kleren helemaal op dezelfde manier gemaakt heeft zoals Cees dat in zijn tijd ook gedaan zou hebben. Stap voor stap vertelde ze enthousiast hoe de kleding tot stand is gekomen, van zijn geitenleren lendendoek tot zijn bodywarmer van beverhuid en hoe naai je eigenlijk stukken huid aan elkaar? Daar gebruikte men in die tijd o.a. darmen voor, die ze eerst schoonmaakte en lieten drogen. Hoe lang duurt het voor je van vlas een linnen tuniek hebt, hoe lang deed men met schoenen gemaakt van wilgenbast-vezel. Allemaal vragen waar deze expert antwoord op kon geven. Een mooie aanvulling op het bezoek aan misschien wel de beroemdste Cees van Nederland. Ik vond het in ieder geval een hele eer om Cees te aanschouwen en belangstellenden over zijn leven te vertellen.
 
Cees is deze week nog te zien in het West Fries Museum te Hoorn en zal in 2014 een plekje innemen in het archeologisch informatiecentrum van Noord Holland dat in Castricum gebouwd wordt en de naam ‘Het Huis van Hilde’ zal dragen.

 

 

Cees bij de Wereld Draait Door

Interview met de archeoloog en de fysisch antropoloog

dinsdag 5 november 2013

Maak kennis met Cees de Steentijdman

Meld je aan om het exclusieve verhaal van de oudste mens van Noord Holland te horen en te zien.
Op 9 en 10 november kan je kennis maken met Cees. Alleen dat weekend staat de Steentijdman opgesteld in de prachtige laatmiddeleeuwse gewelfkelder van het Westfries Museum. Archeologie vrijwilligers uit West-Friesland geven een toelichting op de vindplaats, de gezichtsreconstructie en het leven dat de Steentijdman geleid moet hebben. Kom jij ook?  reserveer!