zondag 1 september 2013

Het gebroeders van Limburg Festival; De gekluisterde Vrouw.


De houten deur gaat net voor mijn neus dicht. Zuster Eva heeft het druk, wordt mij verteld.
Ongeduldig kijk ik naar de kleine deur en wacht totdat de bezoekers weer naar buiten komen. Eindelijk is het dan zo ver, ik mag naar binnen.
Met in mijn hand een stuk papier met een vraag erop loop ik gebukt door de lage deur. Binnen is het donker, een paar brandende kaarsjes geven aan waar ik moet zijn. Ik volg de vlammetjes en loop verder de smalle ruimte door. Het is een doodlopende gang met aan het eind een muur met een klein gat er in ter grote van twee kloostermoppen naast elkaar. Onhandig zak ik door mijn knieën. Ik kijk door het gat in de muur en zie zuster Eva. Ze zit op een houten bankje met haar rug naar me toe. Veel meer zie ik niet want ook daar zijn alleen maar brandende kaarsen die voor licht zorgen. Zuster Eva is een wijs wuuf, een vrouw die haar leven heeft gegeven aan God. Op een dag besloot ze het wereldse leven achter zich te laten. Ze liet zich inmetselen in een cel tegen de kerkmuur aan. Een gat in de muur aan de kerkkant geeft haar de gelegenheid om de mis ‘bij te wonen’ en een gat in de muur aan de straatkant zorgt ervoor dat ze de inwoners van de stad haar wijze raad mee kan geven.
Nu ben ik degene die raad nodig heeft. Ik schraap zachtjes mijn keel voor zo ver dat kan en houdt mijn mond bij het gat in de muur. ‘Wat was er eerder, het lichaam of de ziel?’ Snel wend ik mijn hoofd af en druk de zijkant van mijn hoofd tegen het gat. Helaas kan ik niet alles verstaan wat ze zegt.
‘De ziel en het lichaam beiden volgens zijn plan, vanaf het allereerste begin, gaf hij er zin en bestemming aan. Als de man een kind verwekt uit de vrouw wordt het kind gevormd voor een deel van God. Het lichaam van God dat het kind sterft. Vervolgens wordt de ziel namelijk door God in het lichaam gezonden. Dus eerst het lichaam en daarna de ziel.’
Haar woorden overpeinzend loop ik weer naar buiten.
Zuster Eva blijft achter, om de volgende raadzoeker te woord te staan. De mensen zullen net zo lang komen totdat er geen antwoord meer uit de cel klinkt.

 
In de Middeleeuwen lieten honderden West-Europese vrouwen zich vrijwillig inmetselen om een extreem religieus leven te leiden. Ondanks hun verborgen bestaan ontwikkelden zij zich tot spirituele raadgeefsters voor een hele stad en wisten zo grote invloed te krijgen.
Wanneer een vrouw zich liet inkluizen, dan werd er vaak een begrafenismis opgedragen en kreeg zij de laatste sacramenten toegediend. Met de insluiting in de kluis, nam ze afstand van het aardse leven. Voortaan was ze dood voor de (buiten)wereld. De vrouw kwam hierdoor los te staan van haar lichaam en daarmee van haar vrouwelijkheid. De inmetseling was daarbij een rituele handeling die haar nieuwe status symboliseerde.
 
Bron: Verborgen vrouwen, Kluizenaressen in de middeleeuwse stad.  Anneke B. Mulder-Bakker

Geen opmerkingen:

Een reactie posten