zondag 23 februari 2014

Kastelen en ridders, fantasie of werkelijkheid?

Van geboorte ben ik een Zeeuws meisje. Tot mijn 19de woonde ik daar. Als kind had ik een aantal plekken die me aantrokken, vraag me niet waarom, het woord geschiedenis zei me toen weinig. Zo was er een stukje bos dat amper die naam mocht dragen, langs een weg waar we regelmatig met de auto langsreden. Mijn ogen waren dan altijd gericht op de bomen die me deden geloven alsof ze er al eeuwen stonden. En ik fantaseerde dat het in de middeleeuwen een groot bos moest zijn geweest waar de kasteelheer samen met zijn grijze jachthonden en ridders uit jagen ging. De akker waar ik het kasteel voor ogen zag was netjes omgeploegd om te kunnen zaaien en de bomen van mijn bos waren vast niet ouder dan 20 jaar. Voor ik het wist waren we al op het viaduct en was ik de plek uit het oog verloren. Maar de fantasie niet!
Jaren later kwam ik er achter dat er op die ene akker inderdaad een kasteel heeft gestaan, genaamd:  Smallengange.
Een mogelijke reconstructie van een boerderij uit de 11de eeuwse
Een paar weken geleden zijn tijdens werkzaamheden in dat gebied sporen aangetroffen van bewoning uit de Middeleeuwen. De boerderijen dateren uit verschillende periodes en duiden op langdurige bewoning van dat gebied.(10de- 15de eeuw) Bijzondere-middeleeuwse-boerderijen-gevonden-bij-aanleg-waterleiding-tussen-kapelle-en-goes-


Onderstaand nog drie bron die het bestaan van de fantasie uit mijn kindertijd bevestigen. Of er inderdaad een bos heeft gestaan waar de heer uit jagen ging……wie weet.

Twee bronnen uit het begin van de 19e eeuw maakte gewag van een eertijds kasteel of versterkt huis ten noorden van het dorp1, maar pas de afgelopen jaren is meer duidelijkheid verkregen. Bodemonderzoek in 2002 en 2003 heeft aangetoond dat er inderdaad een kasteel op het weilandje heeft gestaan en tevens dat het omgeven was door een droge en een natte gracht2,3. Kasteel is misschien wel een groot woord want uit het bodemonderzoek bleek dat de funderingen niet meer dan een omtrek van circa 25 bij 35 meter besloegen. Geconcludeerd werd dat er daarom beter gesproken kan worden van een versterkte, verdedigbare hofstede. De stichting ervan zou plaatsgevonden hebben in de eerste helft van de 14e eeuw, maar er zijn aanwijzingen dat het gebied daarvoor al bewoond werd.
In 2007 werd een bijzonder boekwerk4 uitgegeven, het “Cartularium van de heren van Veere uit het geslacht van Borsele 1282-1481, 1555”. Hierin komt Kloetinge veelvuldig voor, met voor ons doel een belangrijke oorkonde uit 1453 die niets aan onduidelijkheid meer overlaat. De vertaalde tekst hiervan luidt namelijk beknopt: Klaas Hijmanszoon, geestelijke en openbaar notaris, oorkondt dat Gillis Klaaszoon uit Cloetingen aan Hendrik II van Borsele, heer van Veere enz., heeft verkocht een omgracht (“circunvallata”) kasteeltje (“quoddam fortilicium”) met aangrenzende huiserven, gelegen binnen der portgraft van Cloetingen. Dat het kasteeltje toen al geruime bestond blijkt uit de zinsnede “als ic Gillis zelve ende mijn voirvaders, heeren tot Waenskinderen, die tot desen daghe toe beseten ende gebruyct hebben binnen der portgraft van Cloetingen
1. J. Ab Utrecht Dresselhuis, Wandelingen door Zuid en Noord Beveland (1832); J. Verheije van Citters (1800), aangehaald in: L.J. Moerland en A.J. Blok, Veldnamen van Kloetinge (z.j.), ZB 11-D-79, Gemeentearchief Goes.
2. M.J. de Haan (2002). Formulier veldwerkregistatie resten van het kasteel 'Slot Ravensteijn 3. RAAP-Notitie 534 (2003). Archeologisch monument 65H-010: hofstede Ravesteijn te Kloetinge 4. I.P. Back, P. Blom, P.A. Henderikx, H.J. Vader en J.W. Zondervan (2007). Middeleeuwse Studies en Bronnen CIX. Uitgeverij Verloren, Hilversum.
Een andere bron vermeldt het volgende: "Het voormalige huis of kasteel Smallegange lag op een verhoogd terrein dichtbij de oude kreek de Smallegange. Aan deze kreek dankte behalve het huis ook de familie Smallegange haar naam. De familie is uit archivalische gegevens bekend sinds de veertiende eeuw. De oudst bekende telg was Willem Smallegange. Hij was gehuwd met de dochter van de heer van Kloetinge en overleed omstreeks 1315" [D. de Koning-Kastelijn, M.W.A. de Koning & J.J.B. Kuipers, 'Smallegange te Abbekinderen', in: Nehalennia (2000), nr 127, p 25].



1 opmerking:

  1. Een trouwe lezer attendeerde mij erop dat de straat even verderop de 'Jachthoek' heet. Blijkbaar zit die kinderfantasie ook dichter bij de waarheid dan ik dacht!

    BeantwoordenVerwijderen