zondag 24 augustus 2014

Romeins 3 gangen diner

Ingrediënten waar je niet onder uit komt.

I Garum – Romeinse vissaus
Fermenteren in de zon, ja het is zo smerig als het klinkt, of vislucht in je huis.
Ik koos voor het laatste. In de eerste plaats omdat ons klimaat te mild is en in de tweede plaats omdat een reisje Italië voor een liter vissaus een beetje te veel van het goede is. Dat is het lastige van historische recepten, hoe authentiek kan je een product maken. In de Romeinse tijd was zout kostbaar, de Romeinen kregen zelfs een periode hun salaris in zout uitbetaald. We herkennen er nu nog het woord salt-zout in. De noodzaak om zoute vis te fermenteren is er niet meer, zout is nu goedkoop en makkelijk te verkrijgen. Garum werd ook in de vroege middeleeuwen gebruikt en komt daarom ook voor in mijn boek ‘Cunera en de macht van de sleutel’. Citaat: Verlekkerd zitten ze te kijken hoe de garum in schenkschaaltjes naast de vleesschotels wordt gezet.
De Romeinen deden het werkelijk overal in van hartig tot en met zoete gerechten. Door het zout is het lang houdbaar. 1-4 eetlepels geeft al voldoende smaak aan een recept.

II Asafoetida - duivelsdrek
Een kruid waarvan ik me afvroeg of ik er makkelijk aan kon komen. Het viel me alles mee. Een winkel in de stad met een uitgebreid assortiment aan kruiden, bood uitkomst. Alhoewel ik wel een paar dagen moest wachten want het was uiteraard net op maar wel besteld. Ondertussen vroeg ik me af hoe het zou ruiken en smaken. Het recept dat ik wilde maken gaf in de uitleg aan dat je het kruid kon vervangen door ui en knoflook, zou dat iets verklappen?
De officiële naam luidt Ferula assa foetida wat ‘hars met een sterke geur’ betekent. Ik voelde me gewaarschuwd en toen ik bij de kruidenbalie stond en een jong meisje het kruidenpoeder in een zakje schepte begreep ik waarom het duivelsdrek (poep van de duivel)heet. Ergens herken ik er inderdaad knoflook in, maar het is erger dan dat. Kon iets wat zo ontzettend stonk lekker smaken?

III Om in de sfeer te komen is muziek een mooi middel,
 maar bestaat er zoiets als Romeinse muziek? Hoe klonk dat dan? Daar ga ik me een andere keer over buigen. Voor deze maaltijd koos ik voor wat makkelijks. Muzikant Jules Bitter liet zich inspireren door de Zeeuwse godin Nehalennia.Luister hier
Zij was een inheemse beschermgodin die in de 2e en 3e eeuw vooral door zeelui werd vereerd bij de monding van de Schelde. Nehalennia is alleen bekend van de grote hoeveelheden gevonden altaren bij Colijnsplaat en Domburg in wat nu Zeeland is. Daarom wordt zij de Zeeuwse godin genoemd.
Houd je van wat stevigers? Heidevolk liet zich ook inspireren door deze mythische vrouw.luister en kijk hier.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten