Met geheimzinnige muziek op de achtergrond liet ik me schuifelend meevoeren in de stroom mensen die net als ik alles rondom de Dode Zee Rollen wilden zien. Het was er druk en warm, maar bovenal voelde ik de spanning die ik deelde met al die anderen. Er zouden originele fragmenten van een aantal manuscripten zijn.
Met een paar personen te gelijk mocht ik een aparte ruimte een blik werpen op handschriften van ongeveer 2000 jaar oud. Het liefst had ik iedere letter afzonderlijk met mijn vingers aangeraakt in de hoop een glimp op te vangen van de schrijver. Maar dik glas zat tussen mijn vingers en het minuscule handschrift waar ik naar keek. Ik moest het doen met de archeologische voorwerpen die verbonden worden aan de tijd waarin de manuscripten zijn geschreven. Een tijd die zich kenmerkt door conflict en geweld en daarom de meest waarschijnlijkste aanleiding is geweest voor het verstoppen van de geschriften die tussen 1947 en 1956 werden teruggevonden in de woestijn.
Een indrukwekkende tentoonstelling die nu twee weken later onverwacht toch meer tot leven komt.
Het meesterwerk van de schrijfster Alice Hoffman dat ik aan het lezen ben, beschrijft tot in detail het leven van de mensen in de tijd waarin de Dode Zee Rollen werden geschreven. De levens van vier bijzondere vrouwen kruisen elkaar in de tijd van de belegering van Masada. Zo komen de handschriften alsnog tot leven.
zondag 29 september 2013
zondag 22 september 2013
Savillum- Romeinse Honingcake
Ingrediënten:
100 gr. Speltmeel
500 gr. Zachte kaas
50 gr. Honing
1 ei
Sesamzaad
Maal een deeg van meel, kaas, honing en ei.
Doe het deeg in een ovenschaal en dek af met
aluminiumfolie. Bak de cake ong. 1 uur in een voorverwarmde oven op 175 graden.
Haal de cake uit de vorm, bedruip het met honing en bestrooi met sesamzaad.
Let op: hij is puur natuur, machtig maar lekker.
zondag 15 september 2013
Agenda Oktober t/m December 2013
- t/m 5 jan. De Dode Zeerollen. Te zien in Drents Museum Assen
- Oktober, de maand van de geschiedenis.
- 9 okt.t/m 23 maart Petra. Wonder in de woestijn. Rijksmuseum van Oudheden Leiden
woensdag 11 september 2013
Heilige Sophia
Het duizelt me als ik een poosje omhoog kijk naar het
mooie gewelfde plafond. Ik kan niet kiezen welke kant ik op moet kijken. Links
van me zie ik de immens grote koepel waardoor de Hagia Sophia bekend is
geworden. De gesloten koepel diende als voorbeeld voor vele andere gebouwen die
volgden, o.a.: de Blauwe Moskee uit 1616 die, als ik een blik uit het raam werp,
kan zien.
Het goud van de beschilderde koepel glimt me tegemoet en
houdt me duizelig.
Ik probeer mijn hoofd stil te houden als opzij kijk om het draaierige gevoel op te vangen. Als ik de galerij, waar ik me bevind inkijk, zie ik allemaal
vrouwen. Ze zijn stil en zitten op hun knieën. Hun gewaden zijn lang en
waaieren uiteen over hun geknielde lichaam. Ze lijken te bidden.
Als ik over de houten reling kijk, zie ik mannen. Ze lijken klein vanaf deze afstand. Vanaf de preekstoel klinken voor mij onverstaanbare woorden. De prediker zwaait met een wierookvat heen en weer, de rookslierten stijgen op in de enorme ruimte. De heerlijke geur bedwelmt me lichtelijk.
Als ik over de houten reling kijk, zie ik mannen. Ze lijken klein vanaf deze afstand. Vanaf de preekstoel klinken voor mij onverstaanbare woorden. De prediker zwaait met een wierookvat heen en weer, de rookslierten stijgen op in de enorme ruimte. De heerlijke geur bedwelmt me lichtelijk.
Ik laat de houten
reling los en loop zigzaggend tussen de geknielde vrouwen door. Ineens sta ik
pal voor een rijk geklede vrouw. Ze heeft
haar ogen gesloten. De vrouw draagt een gouden kroon, twee lange vlechten
hangen over haar gekleurde gewaad. Groen, wit en rood zijn de kleuren
die haar sieren. Op het moment dat er rumoer klinkt opent ze haar blauwe ogen. Het geluid
komt van beneden. Nieuwsgierig werp ik weer een blik over de reling. De paus
loopt langzaam de kerk uit, gevolgd door een man met een gouden kroon. De kleur
van zijn kleren komen overeen met die van de vrouw die ik zojuist had gezien.
Heimelijk werp ik een blik op de mysterieuze vrouw. Haar ogen zijn gericht op
de man met de kroon en glimmen vol trots. Het kan niet anders dan dat ze bij
elkaar horen.
Ik zie hoe ze op staat en uit mijn blikveld verdwijnt als
ze de brede stenen trap afdaalt. Ik tuur over de reling en zie dat de statig
geklede man wacht tot de vrouw zich bij hem voegt. Hij reikt haar zijn hand en
zij legt de hare er bovenop. Zo volgen ze de paus gevolgd door de mannen. De vrouwen
komen ook in beweging, ze nemen de stenen trap om zich op de marmeren vloer bij de
mannen te voegen.
Ik blijf alleen achter en kijk verdwaasd om me heen tot mijn
ogen halt houden bij een schitterend mozaïek aan de muur. Op het bordje wat er
bij hangt staat de volgende uitleg: ‘Maria met het Christuskind, geflankeerd
door keizer Johannes II Comnenus en keizerin Irene.’
Hun gouden kronen en
gekleurde gewaden komen me bekend voor. Een mysterieus glimlachje komt om mijn
lippen. Nog één keer kijk ik naar de immense koepel, maar moet al snel plaats
maken voor de volgende toerist met een fotocamera. De heilige geur van wierook
zit nog in mijn neus. Ondanks dat ik niet de enige toerist ben, maar één van de
vele duizenden bezoekers van die dag, ervaar ik de heiligheid van de kerk die
ooit de gnostische naam Sophia=wijsheid kreeg. De Hagia Sophia die al vele honderden
jaren een betekenisvolle plek inneemt in de Byzantijnse geschiedenis. Van 537
na Chr. staat dit gebouw fier overeind op haar fundamenten, totdat het in 1453
verbouwd werd tot moskee en sinds 1934 dienst doet als museum, zodat een ieder
van dit bijzondere gebouw kan genieten. Daar waar nu mensen met allerlei
religieuze achtergronden in de lange rij bij de kassa staan om te kijken naar
de Christelijke en Islamitische symbolen, komen veel religies samen. Helaas
één van de weinige monumenten waar gek genoeg je religie er niet toe doet.
Hagia Sophia te Istanbul
Hagia Sophia te Istanbul
zondag 1 september 2013
Het gebroeders van Limburg Festival; De gekluisterde Vrouw.
De houten deur gaat net voor mijn neus dicht. Zuster Eva
heeft het druk, wordt mij verteld.
Ongeduldig kijk ik naar de kleine deur en wacht totdat de
bezoekers weer naar buiten komen. Eindelijk is het dan zo ver, ik mag naar
binnen.
Met in mijn hand een stuk papier met een vraag erop loop ik
gebukt door de lage deur. Binnen is het donker, een paar brandende kaarsjes
geven aan waar ik moet zijn. Ik volg de vlammetjes en loop verder de smalle
ruimte door. Het is een doodlopende gang met aan het eind een muur met een
klein gat er in ter grote van twee kloostermoppen naast elkaar. Onhandig zak ik
door mijn knieën. Ik kijk door het gat in de muur en zie zuster Eva. Ze zit op
een houten bankje met haar rug naar me toe. Veel meer zie ik niet want ook daar
zijn alleen maar brandende kaarsen die voor licht zorgen. Zuster Eva is een
wijs wuuf, een vrouw die haar leven heeft gegeven aan God. Op een dag besloot
ze het wereldse leven achter zich te laten. Ze liet zich inmetselen in een cel
tegen de kerkmuur aan. Een gat in de muur aan de kerkkant geeft haar de gelegenheid
om de mis ‘bij te wonen’ en een gat in de muur aan de straatkant zorgt ervoor
dat ze de inwoners van de stad haar wijze raad mee kan geven.
Nu ben ik degene die raad nodig heeft. Ik schraap zachtjes
mijn keel voor zo ver dat kan en houdt mijn mond bij het gat in de muur. ‘Wat was
er eerder, het lichaam of de ziel?’ Snel wend ik mijn hoofd af en druk de zijkant van mijn hoofd
tegen het gat. Helaas kan ik niet alles verstaan wat ze zegt.
‘De ziel en het lichaam beiden volgens zijn plan, vanaf het
allereerste begin, gaf hij er zin en bestemming aan. Als de man een kind
verwekt uit de vrouw wordt het kind gevormd voor een deel van God. Het lichaam
van God dat het kind sterft. Vervolgens wordt de ziel namelijk door God in het
lichaam gezonden. Dus eerst het lichaam en daarna de ziel.’
Haar woorden overpeinzend loop ik weer naar buiten.
Zuster Eva blijft achter, om de volgende raadzoeker te
woord te staan. De mensen zullen net zo lang komen totdat er geen antwoord meer
uit de cel klinkt.
In de Middeleeuwen lieten honderden West-Europese vrouwen zich vrijwillig inmetselen om een extreem religieus leven te leiden. Ondanks hun verborgen bestaan ontwikkelden zij zich tot spirituele raadgeefsters voor een hele stad en wisten zo grote invloed te krijgen.
Wanneer een vrouw zich liet inkluizen, dan werd er vaak een begrafenismis opgedragen en kreeg zij de laatste sacramenten toegediend. Met de insluiting in de kluis, nam ze afstand van het aardse leven. Voortaan was ze dood voor de (buiten)wereld. De vrouw kwam hierdoor los te staan van haar lichaam en daarmee van haar vrouwelijkheid. De inmetseling was daarbij een rituele handeling die haar nieuwe status symboliseerde.
Wanneer een vrouw zich liet inkluizen, dan werd er vaak een begrafenismis opgedragen en kreeg zij de laatste sacramenten toegediend. Met de insluiting in de kluis, nam ze afstand van het aardse leven. Voortaan was ze dood voor de (buiten)wereld. De vrouw kwam hierdoor los te staan van haar lichaam en daarmee van haar vrouwelijkheid. De inmetseling was daarbij een rituele handeling die haar nieuwe status symboliseerde.
Bron: Verborgen vrouwen, Kluizenaressen in de middeleeuwse stad. Anneke B. Mulder-Bakker
Abonneren op:
Posts (Atom)