Op de laatste zaterdag van de maand oktober vond in de
kerk in Berkhout de ‘Dag van de Westfriese Archeologie’ plaats. Dat archeologie
leeft, bleek uit de massale opkomst. Ik vind het leuk om naar de samenstelling
van mensen te kijken die samen komen. Die was zeer gevarieerd. Van gezinnen,
vrienden maar ook vriendinnen en alleenkomers. Het aanbod was net zo gevarieerd.
Voor menigeen zijn botten een soort van hoogtepunt. Iets
waar ze een week later (Halloween) een ander de stuipen mee op het lijf jagen,
lag nu tastbaar voor hun ogen in de vorm van een heus skelet.
En er was een bottenpaadje nagemaakt. Ik had er nog nooit
van gehoord, maar met de enthousiaste uitleg erbij weet ik beter.
Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed |
Voor de kinderen was er een hoek gereserveerd waar ze aan
een tafel uit een hoop scherven een passend potje konden maken. De archeologen
in spé hadden succes. Zo heel toevallig bleek alles compleet te zijn. Bij de
stand van het Huis van Hilde kon je een aankleedplaat meekrijgen zodat je Cees
de Steentijdman met meer kon aankleden dan zijn ondergoed van dierenvel. De
aandacht die aan deze man werd en wordt geschonken heeft er voor gezorgd dat er
een steentijdkalender is ontwikkeld. Een verjaardagskalender met indrukwekkende
foto’s, tekeningen en verhalen aangevuld met tips voor uitjes. Alles heeft een
link met de steentijd. De vondst en reconstructie van Cees worden uitgelegd,
maar ook hoe hij leefde door de jaargetijden heen. De mensen die het afgelopen
jaar gids waren toen Cees in het Westfries Museum aanwezig was kregen als
ambassadeur van de steentijd een eerste exemplaar overhandigd. Ik ben nu dus
officieel ambassadeur van de steentijd.
In de steentijd gebruikten ze stenen monumenten, zoals
Stonehenge als kalender. Nu zal de steentijdkalender in menig kleinste kamertje
de muur sieren in Westfriesland.
Overal stonden enthousiaste mensen het verhaal te
vertellen over hun discipline binnen de archeologie. Zo ook twee vrouwen die
alles weten over leer. Zodra het uit de Westfriese klei komt gaat het naar hen
toe. Ze weten alles van leren schoenen, tasjes, buidels, kleding en schedes.
Over het schoonmaken ervan en het conserveren. Met handschoenen aan pakten ze
het leer zodat je het van dichterbij kon bekijken. Het dierlijke materiaal
blijft kwetsbaar maar gaat in de Westfriese klei gelukkig lang mee en vertelt
ons zo een stukje van de puzzel die geschiedenis heet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten