woensdag 28 augustus 2013

Gebroeders van Limburg Festival; vervolg. Op Drakenjacht

De avondschemer kwam gestaag dichterbij. De fakkels en vuurkorven werden ontstoken.
Met de vuurspuwers voorop vertrok de processie van het Valkhof naar het Hunnerpark gevolgd door de adel te paard en het voetvolk. Ook omstanders sloten zich aan bij de stoet. Het verkeer werd stil gelegd, zij konden zo een optocht vol vuur aan zich voorbij zien trekken.
Op het terrein eindigden we bij een leeg veldje.
Er ontstond geroezemoes, de spanning was voelbaar.
Het ging gebeuren, de draak was in aantocht!
Zou hij dan eindelijk verslagen worden?
In het donker naderde een glimmend gevaarte. Het was de draak!

Op het moment dat er twee dappere gewapende broers de grote draak wilden trotseren, werden de omstanders stil en hielden hun adem in.
De reutelende ademhaling van de draak was hoorbaar, het klapwieken van zijn  vleugels voelbaar. Als hij zijn bek opende spuwde hij een grote wolk vuur uit. De broers deden snel een paar stappen achteruit. Zo ontstond er een dans tussen het machtige snuivende dier en de twee nietige mannen met hun schild en speer in de aanslag. Keer op keer naderden ze de draak, wachtende op het moment dat het kwetsbare hart bereikbaar was om vervolgens snel weer naar achteren te stappen om te ontsnappen aan het vuur.



De omstanders keken vol spanning toe hoe het logge dier met zijn sierlijke nek de danspassen van de broers volgde en zagen hoe de twee mannen de draak wel heel dicht naderden.
Terwijl de ene het vuurspuwende wezen probeerde af te leiden met zijn speer, stak de ander toe en trof het dier vol in het hart. De draak hief zijn kop overeind en spuwde over de hoofden van de broers zijn kwaadaardige vuur uit.
Het wezen kermde in zijn doodsstrijd en zakte door zijn voorpoten. Zijn anders zo krachtige nek, kon hij niet meer overeind houden. Zijn vleugels sloegen voor een laatste keer op en neer in een poging weg te vliegen. Maar de strijd was gestreden, het dier zakte in elkaar en rochelde nog wat vuur uit.
Terwijl hij zijn laatste adem uit blies, kermde de draak: ‘Gelre, Gelre.’
Zo gaf dit mythische wezen de naam aan het gebied wat de broers bevrijd hadden van het dood en verderf zaaiende dier. De omstanders juichten en scandeerden: ‘Gelre, Gelre.’
Iedereen haalde opgelucht adem, de drakenjacht was voorbij!
Als volwassen vrouw geloofde ik heel even in draken………

Geen opmerkingen:

Een reactie posten